Twee urologen op de covid-IC: een pluim voor de hele afdeling.

Uroloog als arts-assistent op de covid-IC van het Spaarne Gasthuis

“Arjen, heb je het nieuwe covid-IC rooster gezien?” De stem van Janneke, de roosteraar van de vakgroep klonk zorgelijk door de telefoon. Ja, ik had dat rooster gezien en ik snapte waarom ze zorgelijk klonk. Dat betekent voor haar weer werk aan de winkel: op korte termijn zorgen voor voldoende bemensing op onze 3 locaties terwijl 2 urologen deels en 1 arts-assistent volledig op de IC zijn. En dat op een bezetting van 10 urologen en 5 arts-assistenten.

Doktersassistente Kalsoum en ondergetekende aan het werk op de polikliniek urologie. (foto van de website van het Spaarne Gasthuis. Patiënt was akkoord met publicatie)

En daarmee begint het pas. Onze polikliniekplanning loopt 3 maanden vooruit. Die periode is vanwege covid al een stuk ingekort. Maar het covid-IC rooster wordt nog veel korter van te voren gemaakt. Daar komt nog bij dat de reguliere operatie programma’s deels zijn afgeschaald. Maar af en toe komt er toch op korte termijn een OK programma beschikbaar. O ja, er zijn ook nog een paar verpleegkundigen die deels op de covid-19 afdeling werken.

Wat betekent dat in de praktijk? Aanpassingen in ons rooster hebben gevolgen voor de bezetting van doktersassistentes en verpleegkundigen. Er moeten spreekuren worden verzet. Patiënten moeten soms worden verzet naar een ander moment of naar een andere locatie. En soms, helaas, moeten spreekuren deels worden afgezegd en krijgen de patiënten een nieuwe afspraak. Dat is steeds weer een hele puzzel vooral omdat er op een poli urologie zoveel gebeurt. Het zijn niet alleen gewone spreekuren. Er zijn verschillende gewone spreekuren, behandel spreekuren, kleine verrichtingen en diverse onderzoeken die allemaal weer hun eigen dynamiek met zich meebrengen. Dat moet allemaal worden opgelost door het polikliniekpersoneel. Die dames werken zich een slag in de rondte om dat steeds weer voor elkaar te krijgen. En zij moeten ook nog al die patiënten bellen met soms best een vervelende boodschap.

Wie krijgt het applaus? Wij, degenen die zichtbaar zijn omdat we op de covid-afdeling of IC bijspringen. Dat kunnen we echter alleen maar omdat onze collega urologen diensten en spreekuren overnemen. Maar vooral doordat de doktersassistentes, planners en roosteraars de logistiek en communicatie met de patiënten voor hun rekening nemen.

Vandaar een dikverdiende pluim voor de hele afdeling urologie. En ook een pluim voor alle andere afdelingen die specialisten hebben vrijgespeeld om de covid-IC te ondersteunen.

deel 1: Uit mijn dagelijkse routine, of wat ik kan leren van de co-assistent

Uit mijn dagelijkse routine, of wat ik kan leren van de co-assistent.

Vorige week dinsdag deed de co-assistent met mij de poli mee. In het weekeinde daarvoor had ik mijn eerste 2 dagen zelfstandig op de covid-IC gewerkt. Ik was wel een aantal dagen ingewerkt, maar werd toen op sleeptouw genomen door één van de intensivisten. Nu was ik ineens de covid-IC zaaldokter. Beide dagen was ik druk in de weer geweest met twee patiënten. Ja, je leest het goed, twee patiënten. Een hele dag. Maandag was ik vrij, natuurlijk om bij te komen van die twee patiënten.

Alles is anders. Normaal draag ik alleen op de OK klompen

De co-assistent had zojuist een patiëntje bekeken: een jongetje van een paar maanden oud. Ze had wat dat betreft geluk. De meeste nieuwe patiënten worden nu telefonisch ‘gezien’, maar dat gaat bij kinderen niet zo goed. Die komen met hun ouders op de polikliniek. Ze had zich dan ook goed voorbereid en kwam met een goed onderbouwd kant en klaar plan terug. Nadat we samen het jongetje hadden bekeken en met de ouders het plan hadden besproken, praatten we wat verder over haar ervaringen tot nu toe. Ze vertrouwde me toe dat ze het hartstikke spannend vond. De eerste patiënt bij de urologie en dan ook nog een klein kind. “Bij elk co-schap is het weer anders,” zei ze. “Een andere afdeling met andere collega co-assistenten. Vaak in weer een ander ziekenhuis met andere mensen en andere gebruiken. En al neemt je ervaring met elk co-schap toe, je komt steeds weer als een beginneling binnen. En dat kost best wel energie.”

En plotseling was daar de herkenning. Zo had ik ook op de covid-IC gelopen. Weliswaar in mijn ‘eigen’ ziekenhuis waar ik heel veel mensen ken. Maar toch, heel onwennig; alles was nieuw en anders. Zelfs praten met de familie van de patiënten vond ik lastig. Niet het gesprek op zich, maar de inhoud. Normaal gesproken kun je daarbij varen op je ervaring met de urologische problematiek. Maar daar heb je bij covid-19 patiënten helemaal niets aan.

En toch is deze ervaring goed, daar waren we het snel over eens. Om weer eens helemaal los gerukt te worden uit je dagelijkse routine. Om niet terug te kunnen vallen op je ervaring. Om een hele dag bezig te zijn met een paar patiënten. Om over van alles en nog wat te overleggen met je supervisor. Om je druk te maken over zaken waar je je normaal niet mee hoeft bezig te houden. Je gaat met andere ogen kijken en met andere oren luisteren; veel intenser. Je zuigt alle informatie en ervaringen op. En daar word je uiteindelijk een betere dokter, en misschien ook wel een beter mens van.